Achtbaan der ijdelheden

De grijze cherubijn schrijdt met zijn hoofd in de wolken door de gangen. We zijn op het jaarlijkse carnaval van het boek. Een lezer tref je in Frankfurt eigenlijk nauwelijks. Wel worsteters, bierdrinkers, gelukzoekers, alsook de gebruikelijke geldwolven en neukers in spe. Het is een grapje met een baard. Maar ik ben hier debutant, en kan dus wel lachen om de opmerking dat de stadshoeren tijdens de Buchmesse de jarretels tijdelijk aan de wilgen hangen. De mensen van het boek zijn immers artistiek. En doen het op grootse promiscue wijze met elkaar. Ik zie veel – zwijg nog meer. Toch bel ik voor de grap het nummer dat ik kreeg van een vriendelijke neger. In de pornobuurt tegenover het Hauptbahnhof. Zijn wijk van aankomst. ‘Guten Abend, mit Natasja.’ Ach, de mens heeft mythen nodig.

Ik neem ook de tweede dag een taxi naar de Messe. ‘Wurst-Backwaren-Milch’, staat er op een gevel. Mijn bezoek kan al niet meer stuk. Hallen, boeken, mensen. Dan mag ik...