Katja van Nimwegen keek rond in de wereld van jongeren zonder papieren. Als lerares Nederlands, vrijwilliger of gewoon als vriend leerde ze er zes kennen. Ze lieten haar toe in hun dagelijks leven, dat zichtbaarder is dan je zou denken.

De ironie drong pas laat tot me door. Om het ijs te breken, had ik een stapel spelletjes neergezet op de eettafel van Villa Vrede, de Utrechtse dagopvang voor ongedocumenteerden (niet illegalen, want ‘geen mens is illegaal’). Twee twintigers en een zevenjarig jongetje kozen voor Spongebob Barricade: een soort mens-erger-je-niet met hindernissen. Als Spongebob, Octo, Sandy of Patrick moesten we de ananas op het spelbord bereiken. Om elkaar dwars te zitten, konden we kwalletjes verplaatsen waarmee de weg werd geblokkeerd. Het werkte, er ontstond fanatisme in de chaotische woonkamer, waar afgewezen asielzoekers in en uit liepen. En zo kwam het dat, juist in deze oase van gastvrijheid, kreten klonken als ‘Block, you can’t pass!’, ‘Haha,...