30-10-2007

‘Ik liep door de Utrechtsestraat op een vrijdagmiddag toen iemand mij op de schouder tikte. Toen ik mij omdraaide stond daar een grote man. ‘Hé’ zei hij terwijl hij zijn armen spreidde. Hij had blond haar tot op zijn schouders en lachte zijn grote tanden bloot.

‘Zag je me niet?’ Hij droeg een lange beige jas, een vale spijkerbroek met laarzen.
Ik herkende hem niet maar zei enthousiast, in de veronderstelling dat dit zo wel zou komen: ‘Oude boef, hoe gaat het met jou?’
Het klinkt persoonlijk, maar dat is het dus niet. Oude boef is een term die ik vaker gebruik als ik mensen hun naam vergeten ben en toch de indruk wil wekken persoonlijk te zijn.
In Berlijn of Parijs is het anders. Daar reageren zelf de mensen die je wel kent eerst alsof je een onbekende bent op straat. Maar de inwoners van een kleine stad als Amsterdam zijn gemoedelijk, ze willen aardig zijn en doen hun best.

Daarom vroeg ik aan deze onbekende blonde man hoe het met hem ging.
‘Goed.’ zei...