Vrijwel onmiddellijk nadat hij elf jaar geleden met de verhalenbundel Drown debuteerde, werd Junot Díaz ingelijfd bij de voorhoede die de literaire toekomst van de Verenigde Staten ging veiligstellen. Omdat hij zo prachtig kon schrijven, keilde zijn foto (samen met portretten van generatiegenoten Oscar De La Hoya en Shakira) op het omslag van Newsweek een profiel aan van de ‘New Latin Faces of 1996’. Weekblad The New Yorker tipte hem als een van de twintig auteurs die het in de eenentwintigste eeuw ongetwijfeld zouden gaan maken.

Díaz won de PEN/Malamud Award, zag zich bekroond met een Guggenheim Fellowship en incasseerde een stipendium van de American Academy of Arts and Letters. In de jaren die volgden, verscheen hij voldoende met zijn hoofd op de buis om een reputatie als veelbelovend talent te handhaven. Af en toe manifesteerde hij zich met een kort verhaal in de kolommen van The New Yorker. Maar ondanks een ‘voorschot van een bedrag met zes cijfers’ waarmee...