Harry Muskee vond het hoesontwerp niet veel zaaks. De schaapshoeve was mooi, maar met die hippiekleren had hij weinig. Het paste niet bij de blues van Cuby and the Blizzards. Maar ja, zo was die tijd (1967) nu eenmaal. Platenmaatschappijen dachten dat ze de jeugd begrepen.

Vijf jaar lang huurden ze de boerderij. Elk jaar kwam er een nieuw album uit. Groeten uit Grollo is het bekendst door die titel en door ‘Somebody will know someday’, met Eelco Gelling op gitaar en Herman Brood op piano.

Waarom er een ‘o’ op de hoes ontbrak weet niemand meer – het is toch echt ‘Grolloo’.

Het gehele Drentse gehucht heeft zich aan de blues opgetrokken, ook toen de band al lang voorbij was. Er kwam een buste, een zwerfkei met plaquette en een klein museum.

In juni speelde Harry Muskee er voor het laatst op een groots festival. Hij was inmiddels zeventig en kreeg na vierenveertig jaar alsnog een gouden plaat voor Groeten uit Grollo. Want hoe legendarisch dat album ook was, Drentse blues blijft toch...