Reportage / Schizofrene Marokkanen

Jamal, een forse eenentwintigjarige jongen met zachte, ontwijkende ogen, zit naast zijn moeder op de grote bank die tweeënhalve muur van de woonkamer beslaat. De wanden zijn kaal. Dochters Horia (23) en Malika (21), Jamals tweelingzusje, laten zich naast moeder op de bank vallen. Allebei dragen ze een spijkerbroek en een getailleerd T-shirt en tonen ze trots hun donkere krullenbos. Hun moeder oogt klein, gezeten tussen haar door westerse voedingsmiddelen groot gegroeide kinderen. Haar acht oudere kinderen hebben de woning – een vierkamerflat op drie hoog in de Amsterdamse wijk Slotervaart – de afgelopen jaren verlaten.

‘Al op de lagere school maakte ik me zorgen over Jamal,’ begint moeder. ‘Hij was in alles langzamer dan zijn tweelingzusje. De school heeft hem laten onderzoeken, maar er werd niets vreemds aan hem gevonden. Hij was gewoon een beetje trager. Daarom bleef hij zitten.’

Horia verontschuldigt zich voor haar haperende vertaling van haar...