‘Ik wil een column over de euro schrijven.’

‘Getver, waarom,’ zegt mijn vrouw.

‘Omdat de redactie vraagt om een belangrijke bezinningscolumn aan het eind van het jaar, drie weken houdbaar, dat moet dus over iets heel gewichtigs gaan.’

‘Als ik in willekeurig welk blad ook maar één artikel over de euro tegenkom, sla ik het meteen over,’ zegt mijn vrouw.

‘Maar de euro staat op barsten, en dat is veel belangrijker dan het condoom van Julian Assange of wie van de twee presidenten van Ivoorkust nu de echte is.’

‘Kan wel zijn, ik vind de euro saaaaaaaaaaaaai,’ zegt mijn vrouw.

‘Italië vindt dat Europa geen verenigd Europa is als het niet ook een schuldengemeenschap is. Vind je dat saaaaaaaai?’

‘Oersaai. Schrijf je column liever over Berlusconi. Die wordt straks misschien weggestemd met zijn bunga-bungameisjes. Dat lijkt me heel wat belangrijker voor de beschaafde wereld.’

‘De president van de Europese Centrale Bank vindt dat er gewoon voor miljarden euro-obligaties uitgegeven moeten...