Eén op de twintig leerlingen in het voortgezet onderwijs, 5 procent, liep in 2004 ‘vertraging’ op, maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onlangs bekend. De leerlingen bleven zitten of moesten verkassen naar een lager schooltype.

Tussen de verschillende soorten middelbaar onderwijs bestaan grote verschillen. In de laatste jaren van het vmbo (jaar drie en vier) gaat het om dik 4 procent; in de bovenbouw van het vwo (jaar 3 tot en met 6) om 6 procent, en op het havo (vanaf jaar 3) zelfs om 10 procent van de leerlingen. Het gemiddelde percentage zittenblijvers wordt omlaag getrokken tot 5 procent door de eerste jaren van alle schooltypen, waar slechts 3 procent ‘vertraging oploopt’.
Dat blijven zitten is een dure grap, die bovendien in veel gevallen helemaal niet nodig is.

Dure grap. Een leerling in het voortgezet onderwijs, herinnert u zich wellicht uit een serie op deze plek een paar maanden geleden, kost door de bank genomen 6500 euro per jaar. Blijft in...