De laatste dagen ben ik erachter gekomen dat Nelson Mandela eigenlijk een directe concurrent van me was.

Even iets over die ellenlange, laatste dagen – tien waren het er om precies te zijn: zelfs de grootste bewonderaar moet na Mandela’s dood bijkans het gevoel hebben gekregen dat hij levend werd begraven onder de overkill aan verhalen en achtergrondartikelen en de niet-aflatende stroom tv-beelden. Tien dagen officiële rouw is lang, zelfs voor een zo geliefd man. Bekend is het verhaal van de tienkoppige familie die bij het sterfbed van de beminde moeder wordt geroepen. Iedereen in tranen, tomeloos verdriet. Eén kleinigheid: moeder gáát niet. Dit scenario herhaalt zich vijf, zes keer. Er treedt gewenning op, het gezelschap dunt uit, de gebaren worden plichtmatig. Moeder scheert telkens langs de rand. Wanneer zij bij de negende acute crisis dan eindelijk sterft, zit er één familielid naast haar, die zichzelf tot zijn eigen verbazing een zucht van verlichting hoort slaken....