Wat kenmerkt een goede neurochirurg? 
Zes vakbroeders over hun metier en elkaar. ‘Ik leg vaak een arm om de schouder.’

André Grotenhuis (57) is vijfentwintig jaar neurochirurg. De confrontatie met het brein blijft voor hem zelfs na duizenden operaties een fascinerende gebeurtenis.

‘Het is een weke massa die wat op een bloemkool lijkt. Maar ik realiseer me altijd dat zich daar een heel leven in bevindt. Ik zou het zelf doodeng vinden als iemand mijn schedel binnen zou gaan. Ik realiseer me bij iedere patiënt dat ik dat vertrouwen eerst moet verdienen. Ik wil precies weten wie er tegenover mij zit: wie de mens is die dit overkomt. De grote angst van patiënten is: ben ik nadien nog wel dezelfde? Ben ik voor mijn kinderen nog wel dezelfde moeder? Een terechte angst. Maar meestal heeft de ziekte zelf die schade al aangericht. Soms zijn dingen die je ziet zo verdrietig dat je er nog lang over loopt te piekeren. Ik leg geregeld een arm om een schouder. Jonge mensen die na een...