reportage

De weg langs de Ionische kust voert door rommelige dorpen. Tussen de dorpen stroken met direct aan het strand gelegen hotels, de vruchten van ongebreidelde bouwspeculatie. Dan in Riace Marina, zo’n zestig kilometer onder de regionale hoofdstad Catanzaro, rechtsaf de heuvels in. Vanuit de verte is het bergdorp zichtbaar, uitgelicht door de ochtendzon. ‘Welkom in Riace, een gastvrij dorp,’ wordt de bezoeker verwelkomd. Op het dorpspleintje doden oude mannen kwebbelend en kaartend de tijd, beschut door hoge platanen. Zuid-Italië op een warme dag in mei. Maar wacht, wat doen die vijf Afrikaanse mannen in het park voor het stadhuis? En die grote houten poort met geschilderde portretten van Afrikaanse vrouwen? Die donkere kinderen, rennend door de nauwe stegen? Het is geen beeld dat past bij een doorsnee, vergrijsd Calabrees bergdorp. Maar Riace is dan ook geen gangbaar Calabrees dorp. ‘Er wonen hier zo’n vierhonderd vluchtelingen en asielzoekers, verdeeld over...