Interview

1. Laat ze allemaal de kolere krijgen

‘Als kind paste ik al nergens tussen. De Amsterdammers vonden mij kouwe kak, maar de kouwe kak beschouwde mij niet als een van hen. Mijn moeder is opgegroeid aan de Amsterdamse Nieuwmarkt tussen de hoeren en de pooiers, haar zusje Merie staat nog steeds met een kraam vol make-up op de Albert Cuyp. Ze leerde zichzelf ABN praten en stuurde mij en mijn zus naar de beste scholen. Haar motto bleef: krijg toch allemaal de kolere. Vroeger schaamde ik mij voor mijn moeder, ze had overal lak aan en deed altijd alles anders. Dan zei ze tegen mijn juf: nu snap ik dat mijn dochter jou een vervelend mens vindt. Ik lachte erom, maar wist ook: nu ben ik anders. Mijn ouders scheidden toen ik drie was, ze hadden geen contact meer met elkaar. Toch gaven ze mij los van elkaar dezelfde geëmancipeerde boodschap mee: zeg in een relatie en op de werkvloer wat jij wilt, en kom voor jezelf op. Steeds vaker durf ik te denken zoals mijn moeder: krijg toch...