1. Ban het lieve meisje

‘Ik was een braaf, katholiek meisje uit Borne dat orgel speelde en in het kerkkoor zong. Mijn moeder naaide mijn kleren volgens de laatste mode in de Knip. Ik ben opgegroeid met het idee een lief meisje te moeten zijn, maar vind dat verschrikkelijk! Ik draag twee harnassen: die van het lieve meisje en die van mijn ratio – ik kan op elke ja meteen een nee verzinnen waardoor ik niet handel. Door die harnassen probeer ik heen te breken, dat is mijn roep om rebellie en authenticiteit. Maar ik vrees dat dat lieve toch een beetje in me zit, zelfs in mijn taalgebruik. Ik haat het woord “fokking”. Vreemdgaan noem ik in mijn columns “een kortstondig toeristisch verblijf in een wildvreemde schaamstreek”.’

2. Kies voor jezelf, kies voor creativiteit

‘Heb je naaste lief, dat stond thuis centraal. Mijn moeder bezoekt bejaarden en zieken, iedereen was welkom bij ons. Ik wilde de wereld verbeteren, had niks met puur hedonisme. En dus ging ik ontwikkelingsstudies,...