Interview

1. Zwem tegen de stroom in

‘Ik groeide op als nakomertje in een veilig, gezellig gezin. Mijn vader was adjunct-directeur van Océ en werkte hard. Mijn moeder, een lieve huisvrouw, verwende me schandelijk, vonden mijn broer en twee zussen. Ze had me inderdaad wel vaker een schop onder mijn kont mogen geven. Ik was een opstandige puber, altijd tegendraads. Nog steeds zwem ik tegen de stroom in. Niet meer uit rebellie, maar omdat het nodig is. Je moet niet met de massa meegaan als je het er niet mee eens bent, ook niet als je tegenkrachten oproept. Ik word woest als mensen met grote belangen de deur met hun vette konten blokkeren om iets te verbergen, terwijl zij zelf comfortabel op het pluche zitten. Dat maakt mij alleen maar strijdlustiger. Onverstandig van ze.’

2. Wie uitdeelt, moet ook kunnen incasseren

‘Als je grote woorden gebruikt, moet je niet kleinzielig doen als je grote woorden terugkrijgt. Ik ben niet immuun voor andermans mening, maar heb een olifantenhuid...