Interview

1. Elke dag Bach

‘Ik studeer elke dag een paar uur piano, bij voorkeur Bach. Het leuke aan muziek studeren is dat je niet alleen met verstand en emoties bezig bent, maar ook fysiek. Het is de meest complete activiteit die er is. Zodra ik mij op het abstracte notenbeeld concentreer, ben ik eventjes weg uit mijn eigen hoofd. Na afloop voel ik een prettige vermoeidheid in mijn spieren. Voor Contrapunt heb ik enorm op Bach gesteund. Ik wilde de wereld van mijn overleden dochter schetsen en dat was zwaar. Wanneer het niet ging, studeerde ik Bachs Goldbergvariaties, die hielden mij overeind. De structuur van zijn variaties gebruikte ik schaamteloos als structuur voor mijn boek. Dat moet kunnen; hij is al eeuwen dood.’

2. Koester je impulsen

‘Ik groeide op in de wederopbouwfase van de jaren vijftig. Wie hersens had, moest die gebruiken. En dus ging ik psychologie studeren en niet naar het conservatorium, mijn grote wens. In de afstudeerfase van mijn studie liep ik elke dag van...