Peeters’ priesterlijke poëzie

De titel van Hagar Peeters’ eerste bundel Genoeg gedicht over de liefde vandaag zei bij nader inzien al veel. Alsof ze een halt wilde toeroepen aan het al te voor de hand liggende. En in de loop van haar volgende bundels werd ze inderdaad steeds serieuzer, met nu Loper van licht, haar vierde bundel, als voorlopig eindpunt.

Loper van licht is geen lichte kost. Het is poëzie die haaks staat op de hedendaagse trend van vrijblijvendheid en ironie, maar ook op die van filosofische diepgang en verbazing om de wereld. Het is meer een bundel met, schrik niet, priesterlijke kwaliteiten. Dat is een genre waarin de nuchtere Nederlandse poëzie nooit erg heeft uitgeblonken. Ik vind het dan ook dapper van Peeters dat ze het aandurft. Dapper en gevaarlijk, want de retorische, priesterlijke weg zit vol valkuilen en strikken.

Centraal in de bundel staat de figuur van Hagar, naamgeefster van de dichteres, dienstmaagd van Abraham en op verzoek van diens vrouw met...