Thriller

Ook met Inferno houdt Dan Brown vast aan zijn bekende recept: duizelingwekkende achtervolgingen, geheime tunnels, schilderijen met verborgen boodschappen en codes die gekraakt moeten worden. Dit alles speelt zich af in Florence. Zijn vaste held Robert Langdon, hoogleraar kunstgeschiedenis, wordt wakker in het ziekenhuis en weet niet hoe hij daar is beland. In de zak van zijn Harris Tweed-jasje vindt hij een verzegelde cilinder met daarop het symbool voor ‘biologisch gevaar’. Hoe hij eraan komt? Geen idee, maar hij is wel de enige die het ding kan openen: met zijn vingerafdruk.

En dan gaat Brown los, al na vier pagina’s zit je in een avontuur – geïnspireerd op Dantes Divina Commedia – om je vingers bij af te likken. Voortdurend houdt Brown de druk op de ketel, hij geeft informatie die hij niet meteen uitlegt en strooit met cliffhangers alsof het niets is. Dat doet hij in een doortimmerd plot waarbij hij de symbolische aanwijzingen mooi doseert. Alles klopt. Nou ja, bijna...