Als radicaal zit je veel achter de computer, je leest kranten, je observeert als het ware de samenleving. Activiteiten die je aan huis binden, het is niet anders. Daarom ook is het radicale netwerk opgebouwd uit mensen die zo min mogelijk andere bezigheden in het leven hebben. Polariseren, provoceren, hitsen, eisen, plus het fondsenwerven dat erbij komt kijken, daar kun je op een gegeven moment niks meer naast doen. Je wil het ook niet.

Een boycot plus vernielingen van Total juich ik toe, maar de Birmese monniken moeten van mijn aandeel daarin niet te veel verwachten. Ik bedoel: ik tank toch nooit. Af en toe een litertje voor een molotovcocktail, that’s it.

‘Het lastige bij radicalisering is dat je te laat bent als je wacht tot het zich aan je opdringt,’ zei minister Ter Horst deze week. Haar foefje om er op tijd bij te zijn: let op waar de criminaliteit afneemt, want dáár groeit het radicalisme. Ik zei al: je kunt er niks meer naast doen.

Ter Horst maakt het concreet....