De grote Jiddische schrijfster Chava Rosenfarb (1923-2011)
deed als overlevende verslag van de eerste maanden na haar bevrijding uit Bergen-Belsen. ‘Ik leid een dubbelleven. 
Het ene deel is mager, broos, bevend, jong en verlangt naar vreugde. Het andere deel is diepgaander en pijnlijker, vol herinnering en verdriet.’

Bergen-Belsen, 6 mei 1945

Vader, waar ben je?

Vandaag heb ik voor het eerst een potlood in mijn hand. Mijn vingers trillen boven het witte vel papier. Waar is jouw warme, vaste hand over mijn trillende vingers die ze weer helpt om de heilige deuren van ons Jiddische alef-bet te openen? Toen ik nog klein was, stuurde jij mijn hand langs de nette witte lijnen. We schreven het woord ‘Tatte’ en er steeg uit die vijf lettertjes zo’n licht op dat het woord een eigen ziel kreeg en ik die ziel terugzag in jouw liefdevolle glimlach: ‘Tatte.’

Ik zit bij het raam. Buiten reiken de takken van de grote kastanje tot de tweede verdieping waar wij verblijven. Vandaag...