03-04-2008

Eergisteren was ik bij het vragenuurtje in de Tweede Kamer. In het regeringsvak zag ik Camiel Eurlings zitten, minister van files en aankomend CDA-leider. Ineens viel me iets op: wat heeft Us Camielke een mooie bos haar! Dikke, donkerbruine manen die veerkrachtig en stijlvol over zijn oren vallen.

Prompt luisterde ik niet meer Camiels betoog over de ov-jaarkaart voor pas afgestudeerden. Ik verviel in gemijmer over een heerlijk triviaal onderwerp: wat is het beste ministerskapsel? Welke coup straalt het meeste gezag uit en oogt toch niet nuffig?

Na enige tijd was ik eruit.

Optie 1: de coup-Eurlings. Veel haar zorgt voor een krachtige uitstraling. Bovendien kun je er stevig in woelen als je even geen antwoord weet op een lastige vraag. Denk aan Bert Koenders. En Maxime Verhagen. Ronald Plasterk heeft ook goed ministershaar: stevig, zilvergrijs en stug. Boodschap: die laat zich niet zomaar inpakken.

Optie 2: een kale kop. Kale bestuurders zijn sluw en handig, broeden...