Wat was er zo provocatief aan I.M.? Dat de hoofdpersonages het in hun broek doen? Dat het een liefdesverhaal is waarin het mannelijk personage een hoerenloper is, vreemdgaat, liegt en bedriegt en het vrouwelijk personage huilt, kotst, ziek is van liefde? Dat de personages Nederlanders zijn met een zekere publieke status en zij in de roman dezelfde namen hebben als die waarmee ze ingeschreven staan bij de burgerlijke stand? Ik denk het niet.

Wat er provocerend is aan I.M. is dat er roman op de kaft staat.Het ligt in de aard van mijn werk om het ìn mijn werk óver het werk zelf te hebben. Dat zal ik toelichten, en dan kan ik u in een moeite door ook uitleggen waarom I.M. een roman is. Daarbij moet ik mijzelf in een wat benarde positie manoeuvreren. Enerzijds vind ik het bestempelen van een roman als autobiografisch vanuit literair-kritisch oogpunt niet zinvol, anderzijds wil ik aannemelijk maken waarom de zogenaamde autobiografische roman een bloei doormaakt in de tweede helft...