Interview / Bret Easton Ellis

Als je Bret Easton Ellis heet, ontkom je niet aan een flinke portie typecasting, of je het nu wilt of niet. Het is nog vóór twaalven als aan de bar vlak voor zijn interviewkamer in het chique hotel in Amsterdam, naast enkele potjes kaviaar, een ongeopende fles ijskoude Grey Goose glimmend ligt te wachten op de eerste klant. Die eerste klant zou heel goed Clay kunnen zijn, de verteller in zijn geruchtmakende debuut Less Than Zero uit 1985. In Ellis’ laatste roman, Imperial Bedrooms (in Nederland verschenen onder de titel De figuranten) waar Clay is teruggekeerd in de hoofdrol, blijkt het namelijk de drank van zijn voorkeur. In afwachting van het gesprek met de schrijver, een slordige tienduizend kilometer weg van Los Angeles, de woonplaats van zowel Ellis als Clay, is de fles Grey Goose zo ongeveer het eerste wat ik zie. Ik vermoed een stage-prop in het gefantaseerde leven van Bret Easton Ellis. Of: ‘Bret Easton Ellis’, zoals hij hem, aanhalingstekens...