Het was zo’n vlucht waarop de stewardess belooft met ‘weekbladen’ rond te gaan, alles natuurlijk tegen contante betaling, en net als je overweegt om De Groene Amsterdammer aan te schaffen (VN zit al in je handbagage) blijkt dat het assortiment zich beperkt tot Flair en Autoweek.

Het is een vlucht die gericht is op de grootste gemene deler, en de passagiers bestaan uit ‘gewone mensen’. Elke socioloog begint te blozen en te blazen als de categorie van de ‘gewone mensen’ aan de orde komt, maar er zijn er genoeg die zichzelf zo noemen, met een zekere wellust en een zweem van klasseninstinct. ‘Nou, ik ben maar een gewone man…’ beginnen ze, om vervolgens venijnig uit te halen naar iedereen die te dikke boeken leest of moeilijke woorden gebruikt.

Gewone mensen bestaan, ze zeggen het zelf, ze willen nadrukkelijk zo heten, al was het maar om zich te onderscheiden van de dikdoeners en kouwe kak.

Waarom moest er trouwens gevlogen worden en gevlucht, last minute nog...