Er is een Kamerbrede consensus dat Nederland echt toe is aan een breder welvaartsbegrip; het BNP is te smal. Maar wat werkt dan wel?

Als u Nederland een cijfer zou moeten geven, hoe gaat het dan met ons? Geeft u een voldoende? Een vier, een zesje, of een achteneenhalf? Belangrijker: waaraan denkt u eigenlijk als u een cijfer zou moeten geven voor de stand van ons land?

Gaat het u dan om onze welvaart? Om de economie? Of weegt u meer mee? En wat dan? Telt voor u de kwaliteit van onze levens, of, nog breder, in hoeverre we deze kwaliteit ook duurzaam op peil kunnen houden, zonder anderen te schaden?
Dit zijn mooie, eminente vragen. Bij het denken over de inrichting van ons land zouden politici en beleidsmakers geholpen zijn met een maatstaf die breder is dan de nu allesoverheersende maat voor het nationaal inkomen: het Bruto Nationaal Product (BNP).

Het BNP is te smal. Dat weten we al sinds Nobelprijswinnaar Simon Kuznets diep in de vorige eeuw dit concept lanceerde. Kuznets wist heel goed dat het BNP niet alles zegt over hoe een samenleving ervoor staat. Maar als het BNP te smal is, wat stel je er dan voor in de plaats? Hoe kom je tot een ‘breed welvaartsbegrip’? Hoe meet je het goede leven?

U kunt zich voorstellen dat ik reikhalzend uitkeek naar het vorige week gepubliceerde rapport van de parlementaire commissie-Grashoff. Want deze mannenclub (Wouter Koolmees (D66), Mark Harbers (VVD), Henk Nijboer (PvdA), Arnold Merkies (SP), Pieter Heerma (CDA)) onder voorzitterschap van GroenLinkser Rik Grashoff, had van de Tweede Kamer opdracht om antwoord te vinden op deze vragen.
En waar komt Grashoff mee? Nou, allereerst met een Kamerbrede consensus dat Nederland echt toe is aan een breed welvaartsbegrip. Dat is op zich al een prestatie. In landen als Frankrijk en Duitsland, koplopers op het terrein van de brede welvaart, is ze dat na jaren praten niet gelukt. Chapeau, Grashoff!

Verder liet de commissie een aardig rapport schrijven (te vinden via vn.nl/bredewelvaart). Een aanrader als u geen economie heeft gehad op school en zich afvraagt wat BNP eigenlijk betekent, maar vooral ook als u snakt naar een overzicht van decennia internationaal debat over het verbreden van het welvaartsbegrip. Bijna alles komt voorbij: van het Brundtlandrapport tot het Europese Beyond GDP-initiatief en van The Human Development Index van de VN tot het rapport dat de economen Stiglitz en Sen schreven in opdracht van Sarkozy.

Leuk, interessant. En verder? Wat beveelt Grashoff nou aan? Puur praktisch wil de Kamercommissie dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voortaan jaarlijks een Monitor Brede Welvaart gaat publiceren. Gefeliciteerd CBS!

Maar wat staat er straks in die monitor? Wat is dan die ‘Brede Welvaart’ waar Grashoff nu akkoord op heeft gekregen? Dat laat de commissie open. Breed zal het zijn: onderwijs, gezondheid, milieu, gelijkheid, innovatie, zowel in het nu als in de toekomst, zowel hier als rekening houdend met de impact op ‘elders’. Verder mag het CBS het uitzoeken.

Is dat voldoende? Ik denk het niet. Grashoff zegt geen politieke discussie meer te willen over de inhoud van de Monitor. Maar dat gaat hij zo wél krijgen.
En hoe wordt het nieuwe begrip van Brede Welvaart straks benut? Dat is dan weer supersmal. Grashoff wil dat de Tweede Kamer er één keer per jaar over debatteert met de regering, op de al zo immens populaire verantwoordingsdag in mei. Verder niet. De Brede Welvaart wordt niet de maat der dingen, niet bij de begrotingsbehandeling, niet bij de beoordeling van de verkiezingsprogramma’s, nergens. Politiek relevant gaat het zo niet worden.

Daarom een slotvraag voor Grashoff c.s.: het ‘ambitieniveau van het parlement’, zou dát niet ook een indicator moeten zijn voor hoe goed een samenleving ervoor staat?