Vertaler Harrie Lemmens reisde door Brazilië. Door kijken, luisteren en vooral de taal spreken gingen veel deuren voor hem open.

Het is een rare gedachte dat één man in Nederland vrijwel alleen de literaire stem vertolkt van een taalgebied met 250 miljoen mensen: Portugal, Brazilië, Angola en Mozambique. Van dat inzicht kun je naast je schoenen gaan lopen, of juist heel bescheiden worden. Dat laatste typeert de opstelling van Harrie Lemmens (1953). Logisch, want dienstbaarheid hoort bij de vertaler, degene die in zijn landstaal zo werkelijkheidsgetrouw mogelijk de literaire herschepper is van schrijvers als, in Lemmens’ geval, Fernando Pessoa, José Saramago, Machado de Assis en João Ubaldo Ribeiro.

Hij is niet de enige vertaler uit het Portugees, maar wel de bekendste en, met zo’n honderd titels op zijn naam, de meest productieve. In die zin is hij de rechtmatige opvolger van August Willemsen (1936-2007), de vertaler uit het Portugees en Braziliaans wiens naam een...