Media

vakblog De Nieuwe Reporter deed onlangs verslag van een conferentie rond ‘experiment in de Nederlandse documentaire’. Strekking: daar is het droevig mee gesteld. In het knarsende proza van de notulist: ‘Vanuit meerdere kanten wordt het gevoel gedeeld dat de Nederlandse documentaire te braaf is, en ook internationaal steeds minder aansluiting heeft.’ Documentaires, aldus een van de sprekers, ‘worden te vaak bij voorbaat ingevuld door de makers, terwijl de werkelijkheid die zich voor je ogen voltrekt veelzijdiger is dan je ooit zou kunnen bedenken’. Over dat internationale kan ik niet oordelen. Maar te braaf en te voorspelbaar? Mij treft de laatste tijd juist de hoge kwaliteit van de Nederlandse documentaire. Moeiteloos kan ik drie recente voorbeelden noemen van films die verpletterende indruk op me maakten. Alle drie trouwens uitgezonden door de publieke omroep – instituut waarover tijdens die conferentie, begrijp ik, óók nogal werd geklaagd.

Eerst was...