De Karl-Marx-Allee loopt dwars door hip Berlijn. Maar achter de gevels van de socialistische pronkboulevard heerst het verleden. ‘Het is onze wereld niet meer.’

Een gang op de begane grond, een lange rij deuren. Je vermoedt er opbergruimtes, fietsenhokken. Totdat een van die deuren krakend opengaat. Het vertrek is klein en bedompt, de stofvlokken verraden dat hier zelden iemand komt.

Dit is de laatste afluistercentrale die nog over is, weet de huismeester. Er staan rijen ijzeren staketsels waaruit een wirwar van draden en plugjes steekt. Op het kleine bureau telefoontoestellen met draaischijf, ergens slingert een koptelefoon. Tegen het vergeelde behang prijkt een briefje, vermoedelijk om de Genossen die hier hun werk deden te bemoedigen. Walter Ulbricht, leider van de Sozialistische Einheitspartei en daarmee de machtigste man in de DDR, roept in tien geboden op tot ‘internationale solidariteit van de arbeidersklasse’. Erboven, in sierlijke letters: ‘Für ein höhere...