Al zijn fictieve werk baseert Ibrahim Selman, de Koerdisch-Nederlandse schrijver, dichter en theatermaker, op zijn bizarre levensloop. Met Dapper hart gezocht heeft hij voor het eerst een serie aangrijpende reportages geschreven over zijn surrealistische leven als Koerd in Irak (of: Irakees Koerdistan) en zijn ballingschap in Nederland. Twee uitersten: de wereld Irak en de wereld Nederland, slechts verbonden door het hoofdpostkantoor in Amsterdam. Dat zou je kunnen zien als een uitkijktoren met verrekijker die elke keer dat je hem scherp probeert te stellen, als een caleidoscoop verspringt naar een nieuw tafereel uit heden of verleden.

In negenentwintig korte hoofdstukjes die afgewisseld worden met gedichten, pendelt Selman heen en weer tussen Irak en Nederland. Tussen zijn geboorte in de tijd van de rijping van de tomaten en zijn aankomst op Schiphol, waar hij vrijwel meteen werd overgedragen aan de politie, half ontkleed in een cel gestopt, doorgelicht en daarna goed bevonden....