Op een dag in het vroege voorjaar beginnen twee mannen de tegels van een schoolplein in de Amsterdamse wijk Bos en Lommer te lichten en de bosschages te rooien. In de zonnigste hoek bouwen ze een kas van negen bij zes meter. Ze maken deel uit van Stichting OE, een kunstenaarscollectief in de wijk, en ze lobbyen al een hele tijd met hun Buurtproeftuin, een project dat door het ministerie van VROM financieel wordt gesteund. Een ambtenaar van het stadsdeel protesteert zwakjes, nu zijn er wel genoeg tegels uit, maar de mannen gaan onverstoorbaar door. Het hek staat open en buurtbewoners tonen voor het eerst belangstelling.

Op de dag dat de lapjes grond worden uitgegeven, ontstaat er meteen een wachtlijst. Dus delen mensen die elkaar soms nauwelijks kennen samen een perceeltje. Op een zaterdag in april gaan de aardbeienplantjes de koude grond in, kinderen poten aardappels, sjalotjes en knoflook, volwassenen graven kuilen voor de druiven- en bessenstruiken langs de schutting, in de warme...