In de artiestenfoyer van de Doelen zit Gerard Cox. Hij bestelt een croissant en een kop koffie. ‘Voor rekening van de organisatie,’ zegt hij, maar een dergelijke rekening is de serveerster niet bekend.

Cox: ‘Geeft niks hoor, meid. Kun jij niet weten. We doen deze zondagochtendconcerten pas tweeëntwintig jaar.’

Zij: ‘22 jaar geleden werd ik geboren, meneer.’

Het ochtendhumeur van Cox verdwijnt straks vanzelf als hij zijn lied zingt over de malligheid die hij de afgelopen week in Rotterdam meemaakte. Cox geeft het zondagochtendconcert al vanaf 1984 een komische noot.

De deuren naar de grote zaal van het Doelencomplex zwaaien om elf uur open, maar vóór negen uur staan de eerste liefhebbers al op de stoep. De serie is een succes: elk concert trekt zo’n tweeduizend ‘gewone Rotterdammers’. Dankzij de vriendenprijs die de artiesten – van Rita Reys tot de Maastreechter Staar – rekenen en het lage tarief dat de Doelen voor de zaalhuur vraagt, betalen...