1934

‘Waarom ik Amerika afwijs’, zo luidt de titel van een essay van Menno ter Braak die doet denken aan krantenkoppen als ‘Doetinchem waarschuwt China voor de laatste keer’. Maar Ter Braak stond niet alleen in zijn afwijzing van de grote broer. Antiamerikanisme vierde hoogtij in de vooroorlogse jaren, vooral onder intellectuelen zowel in Nederland als in de rest van Europa. Amerika stond voor stijlloos en vulgair materialisme.

Ook in de onlangs verschenen bundel In 1934. Nederlandse cultuur in internationale context ontpopt Ter Braak zich als antiamerikanist als hij zich verzet tegen een optreden van jazzmusicus Paul Whiteman in het Concertgebouw: jazz was populistisch, puur op vermaak gericht en had weinig met kunst te maken. Zo dachten veel Nederlanders erover. Toch waren er ook liefhebbers, én zelfs getalenteerde musici zoals Melle Weersma en Louis de Vries. De zestienjarige Ben Bakema behoorde ook tot de laatste groep en zette het blad De jazzwereld op, voor een muzieksoort...