De stad is de stad niet meer, schrijft K. Wiekart in 1962. Ontwikkelingen in de stedenbouw zadelen de moderne stad paradoxaal genoeg op met een lading verse tekorten. ‘De nood van het wonen is meer dan de woningnood.’

Naarmate de stedenbouwkundige ontwikkeling – overal ter wereld – voortgaat, verdwijnt de stad als historische verankerde entiteit. De openheid waarnaar in onze dagen wordt gestreefd, is van een principieel ander karakter dan die van Parijs of Den Haag, waar de ruimte werd gevonden door straten en pleinen een groter oppervlak te geven zonder echter de samenhang in de bebouwing te verbreken. In de hedendaagse stedenbouw is die samenhang bewust opgeheven, althans in de letterlijke zin: huizenblokken en openbare gebouwen staan nu los in de ruimte, niet meer aaneengebouwd langs straten en pleinen. Uiteraard wordt nog wel naar visuele eenheid gestreefd, met meer of minder succes. Het oordeel over die geslachten worden overgelaten, omdat die pas de boombeplantingen...