Autobom

Ik heb eens een auto opgeblazen. In 1977 kocht ik in Miami semtex van een politie­man die toegang had tot de voorraad in beslag genomen explosieven. Op een veldje plakten we het spul onder een oude auto. Een korte, droge knal, en daar vlogen de auto­ruiten over ons heen. Omdat zo’n plof weinig spectaculair oogt, liet mijn cameraman twee camera’s draaien met slow motion; zo verleng je de explosie (lees je dit, Joris Luyendijk?). De opname werd het openingsshot van een VPRO-documen­taire over anti-Castro-­terroristen.

Het shot was actueel, want die week hadden twee keurige Cubanen uit Miami, lieden die figureerden in mijn film, geholpen een auto op te blazen in Washington (zie foto). Het lukte hen een oud-minister uit Chili te vermoorden. Als collateral damage kwam een linkse Amerikaanse onderzoeker om het leven. Rond die tijd weigerde ik in Cleveland ook steeds een lift van maffiabaas John Nardi. Te gevaarlijk. John stapte zelf nooit in zonder te controleren of de...