Jan Pronk

Eigenlijk was ik al afgehaakt van die al jaren voortpruttelende discussie over de rol van de sociaal-democratie anno nu. Zelftherapie van een narcistische patiënt, daarop leek het. Een rituele bezigheidstherapie. En daar komt dan de held van de Jonge Socialisten, Jan Pronk. Gelijkheid, daar moet het om gaan bij de PvdA. Alleen gelijkheid kan vrijheid en veelvormigheid waarborgen. Wie die schijnbare paradox poneert als inspiratiebron voor de sociaal-democraten moet lef hebben. Jan Pronk heeft lef, dat wisten we al. Het afschaffen van het gelijkheidsideaal, dat nog de leidraad was voor het beginselprogramma van de PvdA in 1977, is dertig jaar later voor menig partijgenoot van de oude strijder een bewijs van realiteitszin. Dat weet Pronk. Maar het zinde hem al die jaren niet. Nu gebruikte hij de twintigste Den Uyllezing om het aloude gelijkheidsbeginsel met vuur aan te bevelen. Hij maakte het zich niet makkelijk. Hij schreef een betoog van veertienduizend woorden, rijkelijk...