Grijs
xxxxx xxx als Jelle xxxxxx xxxxxxxx memoreerde in xxx column (respectievelijk in xx xxxxxxxxxx en Het xxxxxxx hoe hun vrijdag overleden xxxxx xxxx nog op xxxxxxxxx leeftijd in het zweet danste op xxx Boekenbal xxx een xxxxxxxxxxx xxxx overhemd’. Het xxx een vader voor wie je xx zeker xxx puber kon schamen, xxxx xx wie xx later alleen maar xxxxx op kon zijn, omdat hij ‘zich nooit iets aantrekt xxx xxx xx wat dan ook’. xxxx Brandt xxxxxxxx was zo’n xxxxxxx jaar lang medewerker van xxxx Nederland. xxxx november 1968 verscheen zijn xxxxxx column xxxxx de naam Piet Grijs. Hij en zijn tegenvoeter Renate Rubinstein (Tamar) waren xxxx steunpilaren xxx het xxxxxxxxx xxxx xxxxxx Corstius maakte xxx de column xxx xxxxxxxxxxx zoals Carel Peeters schrijft (p. 8). Hij laat xx vele xxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxx ‘een spoor van xxxx of minder terechte xxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxx en beschuldigingen xxxxxxx xxx het xxxxx van velen, xxxxx xxx xxxxx Peeters zelf x xxx heeft xxx xxx onder meer de xxxxxxxxxxxx ‘Koning xxxxxx xx het land der xxxxxxxxx xx xxxxxxx xxxx xxx columnist, xxxxxxx Brandt Corstius, xxx ‘een flinke hoeveelheid xxxxxxxxxxxxx xxx levensbehoefte’ xx de beste xxxxxxxxxxxxxx xxx xxxxxx die hem xxxxxx xxxx xxxx xxxx xxxxx xxxxxxx xxx zich niet alleen xxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxx xxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxx xxxx xxx xx man xxx xx xxxxxxxxxxx xxxxx x xxxxxxxxxxx xx xxxxxxx xxxxxx xxx xx xxxxxxxxxxx xxxx xxxxxxxxxx xx xx xx xxxx xxxxxxxxxx xxx xxx xxxxx xxxxxxxxx xxxxxx xxxx xxx xx xxxxxxxxx xxx xxxxxxxxxx xx xxxxxxxxx xxxx xxx xxxxxxx xxxxxxx
Help ons de grenzen van de vrijheid bewaken.