Grijs

Zowel Aaf als Jelle Brandt Corstius memoreerde in een column (respectievelijk in de Volkskrant en Het Parool) hoe hun vrijdag overleden vader zich nog op 77-jarige leeftijd in het zweet danste op het Boekenbal ‘in een ongestreken roze overhemd’. Het was een vader voor wie je je zeker als puber kon schamen, maar op wie je later alleen maar trots op kon zijn, omdat hij ‘zich nooit iets aantrekt van wie of wat dan ook’. Hugo Brandt Corstius was zo’n vijftig jaar lang medewerker van Vrij Nederland. Op30 november 1968 verscheen zijn eerste column onder de naam Piet Grijs. Hij en zijn tegenvoeter Renate Rubinstein (Tamar) waren ware steunpilaren van het weekblad. Hugo Brandt Corstius maakte van de column een vrijplaats, zoals Carel Peeters schrijft (p. 8). Hij laat in vele verschillende gedaanten ‘een spoor van meer of minder terechte beledigingen, overdrijvingen en beschuldigingen achter’ aan het adres van velen, onder wie Carel Peeters zelf – die heeft aan hem...