Wat te doen met de vrijheid? Chava Rosenfarb breekt zich hierover het hoofd. Het is mei 1945 en zij is pas bevrijd uit Bergen-Belsen. De 22-jarige vrouw zoekt het antwoord in haar dagboek dat, voor zover wij weten, niet eerder in het Nederlands is gepubliceerd (p. 76-85).

‘Ons verleden cirkelt boven ons als een havik die klappert met zijn zwarte vleugels en onze dagen met gruwelijke herinneringen verslindt. (…) Arme treurige Vrijheid! Zal zij ooit de kracht hebben om ons van die schimmige donkere vleugels te bevrijden?’ De jiddische schrijfster voorvoelt dat zij nooit zullen wijken. Zij noemt het de plicht om alles vast te leggen om te voorkomen dat in de geschiedschrijving de naakte feiten worden toegedekt.
In de dystopische roman J van Howard Jacobson gebeurt wat Rosenfarb destijds vreesde. Ergens in de nabije toekomst voltrekt zich een nieuwe catastrofe, maar deze keer wordt dat verleden zo snel mogelijk begraven in een samenleving waaruit elke twijfel, elke discussie...