Hoofdredactioneel

Toen bij het afscheid van Martin Bril, zaterdag in de Amsterdamse Duif, de woorden op waren, was er muziek. Niet ‘de eeuwige snik van een trombone’, zoals hij zelf ruim een jaar geleden zijn gedicht ‘Bij de dood’ afsloot, maar de trompet van Eric Vloeimans. Bitterzoet.

Evelien moet er ook zijn geweest. In een zomerjurkje, nog wat fris om de benen, maar zij had die dag niets anders kunnen dragen. Zij was, in de woorden van eindredacteur Juliette Berkhout, ‘het lichte alter ego van Bril’ (pagina 81). Evelien was ontstaan in een van zijn stadskronieken in Het Parool. En kreeg acht jaar geleden haar eigen plek in Vrij Nederland. Bril schreef op de deadline. Elke maandagmorgen hervatte hij het feuilleton op de plek waar hij haar de vorige week had achtergelaten.

Op 31 mei vorig jaar kreeg Evelien pijn in de nek. Een week later lag zij op de massagetafel van een zuur ruikende vrouw. De schrijver zelf had inmiddels te horen gekregen dat de kanker terug was, ook in de...