Kunst nodigt ons uit stil TE staan bij de vraag waar we eigenlijk mee bezig zijn. Dat betekent niet dat we dat ook echt doen. Boeken en films waarschuwen ons al tijden voor het tijdperk waarin de machine het van ons overneemt. En nu is het bijna zover. Astrofysicus Stephen Hawking, die zelf als cyborg overleeft, somberde onlangs dat de mens een monster heeft gebaard omdat kunstmatige intelligentie nu eenmaal de gewoonte heeft zich zelfstandig steeds verder te ontwikkelen – niet meer bij te benen voor een mens.

Kees Driessen schetst, mede naar aanleiding van de nieuwe biografische film over Hawking, De theorie van alles, hoe filmmakers ons al vele decennia scenario’s voor de toekomst voorhouden (p. 62-64). Daarbij lijkt de kloof tussen verbeelding en werkelijkheid steeds kleiner te worden. Kon je om Frankenstein gewoon onbezorgd griezelen, bij Her (2014) bleek de liefde voor een robot eigenlijk al goed voorstelbaar (de stem van Scarlett Johansson hielp natuurlijk wel). Films...