Het dossier van het grootste Nederlandse strafrechtelijke onderzoek naar moslimextremisme biedt inzicht in de wereld van het ronselen voor de jihad (p. 24-39). Of Justitie voldoende bewijs heeft tegen de tien verdachten moet nog blijken, maar de tienduizenden pagina’s verslagen van verhoren, observaties, telefoontaps en het verkeer op sociale media leveren een verontrustend beeld op van de aantrekkingskracht van het martelaarschap.

Aangrijpend is de machteloosheid van veel familieleden. Zij zien het fout gaan. Hun zonen of broers blijken kwetsbaar. Sommigen gleden eerst af in de wereld van blowen, schooluitval en kleine criminaliteit. Zij werden een makkelijk doelwit voor ronselaars. Familieleden zien het onder hun ogen gebeuren: de baarden, de kleren, het bidden, de harde woorden over de te onzedige kleding van een zusje en dan de complete afwending, de voorbereiding op de jihad.
Zou meer bemoeizucht helpen? Beatrijs Ritsema merkt op dat ouders maar enkele, cruciale, jaren...