Hoog tijd om ons mit Tränen nieder zu setzen, om ons over te geven aan de passie van Bach. Je moet er een houten achterste voor over hebben, maar dan krijg je ook wat in de Amsterdamse Dominicuskerk, omgeven door de rode lichten van het Spuikwartier. Onbewust registreer je dat in die zee van koorleden, musici en toehoorders slechts een enkeling gekleurd is. De Matteüspassie is een gesloten blank bolwerk.

Op een forse steenworp afstand, tegenover een andere kerk en tussen andere hoeren, zetelt Kees de Koning in koffiehuis annex kantoor Quartier Putain. Hij begon twintig jaar geleden met het grootmaken van de hiphop in Nederland. Wie dan meteen denkt aan zwarte mannen die vanonder hun hoodies zing-zeggen over de heerlijkheden van het criminele straatleven en het onder de duim houden van vrouwen, heeft er volgens hem geen bal van begrepen (p. 14-23). Hiphop laat zich niet opsluiten in de stereotypen van een monocultureel bolwerk.
De Koning ook niet. Hij wil Nederland de bronnen...