Bewaarbier

Verreweg het beste bewaarbier is donker bier. Zoals Grand Prestige. Na zes jaar is de smaakontwikkeling van de Grand Prestige optimaal.

Wie goed kijkt, kan tussen de moderne apparatuur in de Hertog Jan-brouwerij in Arcen nog overal de rijke geschiedenis van het gebouw terugvinden. Van de oorspronkelijke geëmailleerde gisttanks tot de kogelgaten in de moutsilo’s uit de Tweede Wereldoorlog. Verschrikkelijk jammer dat niemand dat ooit ziet, dacht meesterbrouwer Gerard van den Broek in 2001. Bij het uitstippelen van de publiekstoerroute stuitte hij op een probleem: dwars door de bottelarij, dat ging niet, er overheen ook niet. Dan maar eronderdoor. Net als ieder oud gebouw langs de Maas, was de brouwerij in Arcen uitgerust met een overloopkelder – om ruimte te geven aan het water als de Maas buiten haar oevers treedt. De laatste keer dat dat gebeurde, was in 1993. Tachtig centimeter water had er toen gestaan. Niemand had sindsdien die kelderdeur opengedaan. De pallets bier die er ruim zeven jaar eerder waren opgeslagen, stonden er nog. Maar door de rotzooi die het water had achtergelaten, was het onmogelijk om te zien wat het precies was. Toen Gerard zijn zaklampje tegen de fles zette, bleek de inhoud nog helder. Hij werd nieuwsgierig en trok er een open. Het bier bleek Grand Prestige. Maar de echte ontdekking was dat het na al die tijd waanzinnig smaakvol en vol karakter was. ‘Zacht en rond met een geprononceerde moutige zoetheid en totaal niet bitter. Bijna als port, maar toch met het prikkelende van bier,’ vertelt de meesterbrouwer. ‘Ik had nog nooit zoiets geproefd.’ Onmiddellijk had hij een visioen van die kelder vol met rijpende flessen Grand Prestige.

Een kelder vol met rijpende flessen. Grand Prestige wordt alleen maar lekkerder als je het bewaart. Foto: Eddo Hartmann

Gerelateerd