Premier Mark Rutte moest voor wat liberale inspiratie terug in de geschiedenis: naar 1913. Hij haalde Cort van der Linden in zijn regeringsverklaring aan als ‘mijn liberale betovergrootvader’. De kleine, statige rechtsgeleerde leidde een bijzonder kabinet in bijzondere tijden (1913-1918). Zijn extraparlementaire ploeg moest steunen op wisselende meerderheden. Hij bewaarde behendig de neutraliteit van Nederland in de Eerste Wereldoorlog, voerde algemeen kiesrecht in voor mannen en beslechtte de schoolstrijd. Rutte herinnerde er dinsdag aan dat Van der Linden zevenennegentig jaar geleden in zijn regeringsverklaring het parlement vroeg ‘de aard van het kabinet naar zijn wezen en niet naar zijn schijn’ te beoordelen. Rutte: ‘Wacht u op onze daden’. Dat kan misschien ook worden verstaan als een aansporing aan de liberale burgemeester van Den Haag, Jozias van Aartsen, om ten minste een straat of plein naar Van der Linden te vernoemen.