Het is nog rustig in de vroege middag. Ik ben de enige bezoeker in de spiegelzaal van Ballhaus Mitte, onderdeel van de vierde Berlin Biennale. Op de lege vloer doen een man en een vrouw een performance. Alleen voor mij. De Engels-Berlijnse kunstenaar Tino Sehgal studeerde met hen Kiss in, een trage choreografie waarin klassieke kustechnieken vloeiend in elkaar overgaan. Liggend, staand, zittend, knielend omstrengelen ze elkaar en beroeren ze elkaars lippen. Zeldzaam mooi. Ik durf pas na een kwartier, wanneer zich eindelijk nieuwe bezoekers melden, weg te gaan. Ik wil nog ‘danke!’ roepen maar houd me in.

De spiegelzaal van Ballhaus Mitte is al tientallen jaren buiten gebruik. Hij lijkt gemaakt uit patina. De houten lambriseringen, de spiegels, het stucwerk, alles is aangetast en verweerd. Vroeger, toen het gewone volk zich in de grote balzaal vermaakte, kwam hier de elite bijeen. Profiteurs van de crisis in de jaren twintig, nazi-officieren tijdens het Derde Rijk en...