De cellosuites van Bach

Een ritueel, zo noemen ze het spelen van de cellosuites van Bach. Als Jaap ter Linden op het podium plaatsneemt, ervaart hij dit: ‘Ik sluit mij af voor het publiek en zie ons drieën zitten: de grote baas daarboven op zijn troon, ikzelf en mijn cello. Samen gaan we op reis, terwijl Bach over mijn schouder meekijkt.’

Frances-Marie Uitti: ‘Jarenlang ben ik mijn dag begonnen zonder te spreken, maar met het spelen van een Bach-suite. Dat veroorzaakt een transformatie van je denkpatroon. Je komt er anders uit, alsof je een innerlijke massage hebt gehad.’

Sinds Pablo Casals rond 1890 als dertienjarige de cellosuites in een winkeltje bij de haven van Barcelona ontdekte en ze, na twaalf jaar op de noten te hebben gezwoegd, voor het eerst in het openbaar uitvoerde, vormt dit werk het hart van het cellorepertoire. Zelf sprak Casals van ‘kroonjuwelen’ die hij ‘met een onbeschrijflijke opwinding’ begon te spelen. Voor veel cellisten vormen de suites de...