15-11-2008
Door Piet Grijs

Woensdag was ik even in New York. Ik ging naar een telefoonwinkel. Een onwaarschijnlijk jong kereltje hielp me. Hij had een totaal nieuw model telefoon voor me, dat net die ochtend gearriveerd was en waar ik niets over gehoord had. Het is een staafje met een lengte van 2,54 centimeter (‘een inch,’ zei het jochie) dat je in je oor moet stoppen met het rubberen eind naar binnen zodat het er niet uit valt.

Een telefoon bestaat al meer dan een eeuw uit een keel en een oor, die verbonden zijn door een stangetje met de lengte van een wang. Een wang is langer dan je vuist breed is, dus je kan het ding tegen je wang klemmen. De keel van de telefoon zit tegen je oor, het oor van de telefoon zit tegen je lippen. Je praat in het oor en je luistert naar de keel. Prachtuitvinding, maar dit kokertje is nog handiger.

De jongeman legde uit: ‘U moet met uzelf iets afspreken dat u hardop zegt, waarop het ding in uw oor weet dat u wilt gaan opbellen. Uw naam...