Non-fictie

Het staat op de achterflap: Jacob Vredenbregt is uniek. En zo is het. Welke andere Nederlander heeft het voor elkaar gekregen om tegen zijn drieëntachtigste over een land dat zestig jaar bestaat, een boek te publiceren dat aan de titel Terugzien en nakaarten een onderschrift kan toevoegen dat luidt ‘Zestig jaar ooggetuige in Indonesië’?

Memoires zijn het. Geen doorwrochte analyses met statistieken, dat soort dingen. Zwaarwichtigheid is Vredenbregt vreemd. Veel observaties, vaak anekdoten, situaties onder de mensen. Daarbij samenvattingen over politieke en economische ontwikkelingen in Indonesië. Op beide niveaus, mens en historie, laat Vredenbregt zich met plezier lezen. Hij schrijft zoals hij leeft, onbevangen. Dat betreft de inhoud zowel als zijn stijl. Hij geeft zijn zienswijze recht voor de raap in een stijl die gespeend is van krullentrekkerij.

Dat valt al op wanneer hij het heeft over zijn start in het leven; hij heeft een bloedhekel aan zijn vader. ‘Hij maakte...