Om de macht

Wouter Bos leunt relaxed met zijn elleboog op een sta-tafeltje en kijkt naar Jeltje van Nieuwenhoven, die de verzamelde pers toespreekt in een voormalige koekjesfabriek in Den Bosch. Het is weer zo’n typische kijk-ons-nou-eens-ver-in-de-provincie-zitten locatie, waarvan je je afvraagt wat het nut ervan is. Alle journalisten hebben net als de meeste politici een retourtje vanaf Den Haag moeten nemen.

Achter Wouter staan negenendertig mannen en veertig vrouwen die voornamelijk toch naar hem kijken. Laaggeplaatsten likken na afloop besmuikt hun wonden (‘Ach, na 22 november weet niemand meer het verschil tussen de nummer 27 en 37’), de soms onverwachte toppers glimmen van trots. Zoals Gerdie Verbeet, nummer 14, die kennelijk nogal een lage dunk had van zichzelf. ‘Goed hè?!’ Ik ken Verbeet nog als de adviserende schaduw en spreekbuis van Ad Melkert en moet ineens denken aan de lezing die de Leidse politicoloog Jouke de Vries drie dagen eerder gaf. Volgens De Vries...