Ze beginnen weer binnen te komen, de telefoontjes van collega’s van buitenlandse bladen als Die Zeit, The Economist en The Christian Science Monitor. Het wordt een elke twee jaar terugkerend ritueel: hallo Max, ken je me nog, kun je me uitleggen hoe ik de uitspraak die de Nederlandse kiezers hebben gedaan nu weer moet interpreteren?

Het eerlijke antwoord zou zijn: ik snap er zelf ook geen snars van. Maar dat doe je niet als ze je in de Dorotheenstrasse in Berlijn en St. James Street in Londen voor een gezaghebbend politiek commentator aanzien. Dus legde ik in 2002 uit wat de Nederlanders in de Goddelijke Kale, Pim Fortuyn, zagen (‘Hij is geen klassieke rechts-extremist. Pim neemt het op voor de homo’s en heeft het in de sauna met Marokkaanse jongetjes gedaan’).

Driekwart jaar later wilden de collega’s uit den vreemde weten waarom de LPF-stemmers nu dweepten met wonderboy Wouter Bos (‘Wouter is niet rechts maar links, maar hij drinkt wel koffie met de gewone man in een snackbar...