De premierbonus, noemen ze het in de politiek. Wie ondanks alle golven die hoog opslaan na vier jaar het schip van staat veilig de haven in loodst, moet erop kunnen rekenen dat hij door de kiezer wordt beloond. We zijn tenslotte een natie van zeevarenden.

Meestal werkt het ook. Joop den Uyl, die in 1977 in het zicht van de haven strandde, kreeg toch een staande ovatie voor zijn pogingen kennis, macht en inkomen eerlijk te spreiden. Hij won tien zetels. Vervolgens overspeelde hij zijn hand en verdween de oppositie in.

Ruud Lubbers saneerde Nederland met harde hand maar zijn vasthoudendheid dwong respect af. ‘Laat Lubbers zijn karwei afmaken’, luidde de tekst die het CDA in 1986 op alle billboards bevestigde. En verdomd, het werkte: negen zetels winst.

Wim Kok herhaalde het kunstje in 1998. Zijn eerste paarse kabinet was zo populair dat de PvdA een sprong van zevenendertig naar vijfenveertig zetels maakte.

Ed van Thijn

– ‘Balkenende komt als eerste in de Nederlandse...