Weinig Nederlandse politici brachten zoveel reuring teweeg als Ayaan Hirsi Ali. Links en rechts, mannen en vrouwen, moslims en niet-moslims vielen over haar leven.

Als een universiteit haar vroeg voor de opening van het academisch jaar, belegden wetenschappers een protestbijeenkomst. ‘Waarom Hirsi Ali uitnodigen als woordvoerder van moslimvrouwen, terwijl er zoveel vrouwen zijn die daar al jarenlang werkelijk voor opkomen?’

Als ze een tentoonstelling opende over homo’s in de Tweede Wereldoorlog, kwamen genderspecialisten met een schuimbekkend opiniestuk. Ze had de homo-emancipatie ‘gekaapt’ voor haar ‘apocalyptische’ strijd tegen de islam. Als een Amerikaans tijdschrift haar plaatste op een lijst van Honderd Invloedrijkste Personen, viel haar hier te lande slechts columnistengeschamper ten deel.

Op 22 april 2006 stond in de Volkskrant een cartoon van Jos Collignon die dit sentiment als geen ander samenvatte. Je ziet een clubje in de weer met actiemateriaal, met...